Ieder bouwwerk ondergaat bewegingen, die of voor één keer, tijdelijk beperkt of permanent voorkomen.
Thermische belastingen van bekleding en dragende onderconstructie, zoals belastingen door water (vloeibaar, als ijs of waterdamp); kristallisatie-, zwel- en krimpprocessen brengen bekledingen bijzonder sterk in gevaar. Scheuren, doornatte plaatsen, uitbloeiingen, vorstschaden en het lossen van de bekleding zijn de gevolgen.
Bevroren als ijs, als regenwater of door de zon verwarmd als waterdamp onder de bedekking, ingedrongen water is de hoofdschuldige voor vele schaden aan bedekkingen buiten.
Hoofddoel moet zijn, het regenwater zo snel mogelijk, zonder plasvorming aan de oppervlakte, af te voeren om zo de infiltratie, langzamerhand, in de ondergrond te verhinderen. Een regelmatige helling van ~2 %, zonder plasvorming, is noodzakelijk voor een vlotte afloop. Talrijke temperatuurschommelingen en verschillende thermische uitzettingen veroorzaken kleine haarscheuren. Voegen, scheuren, aansluitingen en zelfs bedekkingen maken het voortdurend indringen van water in de ondergrond mogelijk.
Kunnen gevaarlijke schuifkrachten tussen bedekking en ondergrond veroorzaken:
Door temperatuurwisseling (tot 80°C) en soms door plotselinge, verschillende, warmteuitzettingen van de bedekking (bij onweer) ontstaan gevaarlijke schuifkrachten tussen bedekking en draagkonstruktie.
Ontkoppelt de bedekking en creëert met de ondergrond een drainerende luchtlaag.
Platon Double Drain™ met dubbele drainagefunctie scheidt de bekleding van de ondergrond